Bouw van de schouder
De schouder vormt de verbinding tussen de bovenarm en het schouderblad.
De beenderen van het schoudergewricht.
De 'bol' van de schouder (humeruskop) glijdt en draait tegenaan de 'pan' (glenoïd). Een onderdeel van het schoudergewricht is eveneens de verbinding tussen het schouderblad en het sleutelbeen, het acromioclaviculair gewricht.
Gewrichtsbanden of ligamenten houden de gewrichtsuiteinden bij mekaar :
De pezen van de schouder :Rotatorcuff of peesblad
De rotatorcuff is het peesblad dat het schoudergewricht omsluit . De rotator cuff wordt gevormd door de uitlopers van de spieren tussen schouderblad en humeruskop. Deze spieren en pezen vormen de motor en het katrolsysteem dat bewegingen in het schoudergewricht mogelijk maakt. De rotatorcuff bestaat essentieel uit vier pezen : de supraspinatuspees, de infraspinatuspees, de subscapularispees en de teres minor.
De spieren van de schouder :
Rond de rotatorcuff ligt de grote 'delta-spier' die we van buitenuit goed kunnen zien en voelen; zij zorgt mee voor het opheffen van de arm. De ander grote spieren (pectoralis maior en minor, trapezius, levator scapulae, rhomboideus, ...) maken eveneens deel uit van de verbinding van de arm met de romp. Bij bewegingen met de arm controleren zij de positie van het schouderblad.
Grote beweeglijkheid van schoudergewricht.
De
schouder is een complex gewricht.
Het belangrijkste
kenmerk van de schouder ligt in zijn extreme
bewegingsvrijheid. Geen enkel gewricht in ons lichaam heeft zoveel
bewegingsmogelijkheden als de schouder.
Dit komt door de speciale
vorm van de beenderige gewrichtsdelen.
De schouder bestaat uit een
vlak, klein pannetje en een grote ronde kop.
Daarrond zit een los
en rekbaar gewrichtsvlies. De gewrichtsbanden zijn verstevigingen van
dit vlies. Zij laten een zeer grote bewegingsexcursie toe.
Overbelastingsletsels
Deze
bewegingsvrijheid maakt de schouder echter ook wel erg vatbaar voor
overbelasting.
De bovenarmsporters vormen hiervan het
voorbeeld bij uitstek: bij volleybal, tennis, basket, zwemmen,
handbal, werpsporten,.. wordt de schouder onderheven aan landurige
extreme bewegingen.
Ook bewegingen tijdens het werken of
in het huishouden kunnen de schouder een belasting opleggen
die groter is dan wat normaal kan gedragen worden. Denken we hierbij
aan metsers, bezetters, schilders, poetsvrouwen... die vaak uren
lang met de arm boven het hoofd moeten werken.
Schouderpijn
Schouderpijn
is een veel voorkomende klacht en kan vele oorzaken hebben.
De
meest frequente reden van schouderpijn is het inklemmen
(‘impingement’) van het schouderpeesblad tegenaan het bot erboven. Deze inklemming doet de slijmbeurs en het
peesblad ontsteken, verdikken, en in een verder stadium kan de pees
zelfs scheuren.
Shouderpijn kan ook het gevolg zijn van een verkalking in het schouderpeesblad. Deze
verkalkingen geven een constante zeurende pijn gedurende jaren. De
pijn kan plots extreem erg worden bij 'uitbreken' van de
verkalking.
Een aparte vorm van schouder ontsteking gepaard gaand
met een enorme verstijving, schouderpijn en bewegingsbeperking noemen
we een 'frozen shoulder' of bevroren
schouder.
Arthrose of slijtage van het kraakbeen
van het schoudergewricht geeft ook aanleiding tot schouderpijn en
verstijving, bewegingsbeperking.
Slijtageletsels
Slijtage
van een gewricht treedt meestal op als gevolg van langdurige
overbelasting,maar het kan evenzeer het gevolg zijn van een vervroegd
natuurlijk proces bij jongere patiënten. Bovendien gaan steeds
meer oudere mensen de schouder actief blijven gebruiken in sport of
hobby’s, en in het dagelijkse leven (golf, tennis, gym,
zwemmen,…).
Het kraakbeen, de pezen en de omgevende
spieren gaan hierdoor stilaan dunner worden en soepelheid verliezen.
De schouder raakt, net zoals een knie- en heupgewricht op den duur
vervormd en gaat stroever bewegen. Dit gaat uiteindelijk ook gepaard
met pijnklachten, ook in rust. We spreken van schouderslijtage of
artrose.
Schouderoperaties
Schouder arthroscopie
Vele
schouderoperaties of schouderingrepen kunnen vandaag met een kijkoperatie uitgevoerd worden. We
spreken ook van ‘sleutelgat operaties’ of
arthroscopie.
Via kleine wondjes in de huid brengen we een smalle
lens in het gewricht; met speciale tangetjes en boortjes kunnen de
weefsels gemanipuleerd worden en kan het bot bijgefreesd worden.
Het
voordeel hiervan is dat we de spierkap niet moeten losmaken en
vaak sneller mogen gaan in de revalidatie.
Zo kunnen we een afgescheurde pees weer aanhechten op het bot van de
bovenarm. (rotatorcuff herstel)
Een schouder die
steeds uit de kom gaat kan opnieuw stevig gemaakt
worden door hechting van de gescheurde banden. (Bankart herstel)
Een
frozen shoulder of verstijfde schouder kan eventueel in
uitzonderlijke gevallen via een kijkoperatie weer losgemaakt worden.
'Open' schouderoperatie
Voor
grotere ingrepen zoals uitgebreidere rotatorcuffscheuren of
schouderprothese werken we met een open
operatie.
Schouderwondes genezen meestal
probleemloos en met beperkte littekens.
De omgevende spieren die
zijn losgemaakt moeten tijdelijk beschermd worden.
Hierbij is het
belangrijk de schouder relatief snel te bewegen om verstijving tegen
te gaan.
Aangepaste kinesitherapie en ergotherapie
Door
aangepaste kinesietherapeutische technieken kunnen we het
schoudergewricht beter wapenen tegen abnormale belastingen. Oefening
en training van schouderbladspieren, aanleren van een correcte
houding, stretchings van verkorte structuren kunnen bijdragen tot
verbeterde weerstand tegen schouderbelasting.
In sport kunnen we
atleten leren hun werp- of slagtechnieken aan te passen om zo
overbelasting van bepaalde cruciale structuren te vermijden.
Om
deze technieken zo correct mogelijk aan te leren is er een goede
samenwerking met de kinesisten. Via gezamenlijk opgestelde
revalidatie programma's geven we je een optimale begeleiding bij de
oefentherapie.
Ook op de werkvloer of in het dagelijkse leven kunnen dergelijke houdings- en bewegingsaanpassingen van toepassing zijn. We spreken van ergotherapie. We adviseren bvb. de kapper zijn klanten op een lagere stoel te zetten of zelf op een verhoogde kruk te zitten tijdens het haarknippen om zo langdurig onnatuurlijke schouderposities te vermijden.